Ontdek de trendkleuren van 2024

De verfproducenten, interieurspecialisten en stijlkenners presenteren in het najaar naar goede gewoonte de trendkleuren voor de toekomst. Het jaar 2024 belooft in ieder geval een paar leuke en opvallende mogelijkheden. We zetten ze hier op een rijtje.  

BOSS Paints en Colora: Healing Blue

Healing Blue is een zachte grijsblauwe tint. Zacht, relatief sober, goed te combineren en toch sterk. Healing Blue kalmeert de zinnen, zorgt voor een aangenaam gevoel van ruimte en kan – afhankelijk van de combinatie – perfect naar de natuur verwijzen of iets futuristisch belichamen. Je kan er zowel een steensoort als een robotachtig metaal in zien. Mocht ‘zuurstof’ een kleur hebben, het zou Healing Blue kunnen zijn.

Levis en AkzoNobel: Sweet Embrace

De Nederlandse verffabrikant kiest in 2024 – het is de twintigste keer dat ze een trendkleur lanceren – voor een zachte en rustgevende omhelzing in delicaat en gedempt roze, met een beetje poederig grijs-beige. Zoals een aangename knuffel van zachte veren en subtiele avondwolken kan aanvoelen. Sweet Embrace is een dik deken van watten in een hangmat van suikerspin, licht, ontspannend en rustig wiegend.

Histor en PPG Paints: Limitless

Een warme kleur die een beetje doet denken aan uitgestrekte zandstranden, uit de gele familie en eindeloos combineerbaar, dat is Limitless. Je moet al heel veel moeite doen om deze lichte, veelzijdige, bijna zonnige kleur niet te laten passen bij een interieur, of zelfs op die set tuinmeubelen. Afhankelijk van het humeur van het moment kan je Limitless als ondersteunend accent én als hoofdkleur inzetten.

Behr, Karwei en Valspar

Behr opteert in 2024 voor de elegantie en de tijdloosheid van Cracked Pepper … en maar liefst vijftien bijpassende combinatiemogelijkheden. Denk aan warme, neutrale tinten met her of der een gedurfd accent en de opvallend diepe, verfijnde, net niet zwarte houtskooltint van Cracked Pepper. 

Bouw- en interieurketen Karwei zet een nostalgisch vakantiegevoel centraal met California Mauve. Lara De Rey op de achtergrond, een beetje flower power en de vrije jaren 1970, ze moeten ongeveer deze lichtpaarse schijn op de achtergrond gehad hebben. 

Voor Valspar mag Renew Blue de eerste keuze van 2024 worden. Het aquamarijnachtige, appelblauwzeegroene, licht tot middenblauw heeft echt een groene ondertoon en doet denken aan die oceanen, maar ook aan het betere zwembad of die rustgevende welness.

Nog een paar opvallende kleurtrends

In Nederlandse media wordt Fluor Future als een opvallende kleurtrend genoemd. Het lijkt iets voor lefgozers en durvers, want aanhangers van Fluor Future combineren felgroen met helderblauw en fluogeel met roze, op een achtergrond van luipaardvlekken of zebrastrepen. 

Rustiger – en toch ergens niet zo heel ver weg van de ‘foute’ fluotoekomst – is de Japandi-stijl. De combinatie van Japanse en Scandinavische interieurkenmerken leidt tot een Oosters scherm naast effen natuurkleuren of plaatst een opvallende vaas op een strakke salontafel. 

De zomer van Barbie laat zich in 2024 waarschijnlijk nog een beetje voelen in veel rozerood en perzikroze, en ook de combinatie van lichtblauw en goud is een aanrader om in het oog te houden.

Voilà. Laat 2024 maar komen!

Vraag ons advies

Wat moet je weten als je het plafond wil schilderen?

De muur schilderen, dat ziet zelfs de minst enthousiaste amateur nog zitten. Los van het uiteindelijke resultaat – de professional legt er zoals altijd en overal een figuurlijk laagje bovenop – lijkt de stap naar het plafond evenwel een grote. Hoe komt dat? En waarom is zelf een plafond schilderen een terechte drempel? 

Die drempel, daar hoef je niet ver naar te zoeken: het plafond bevindt zich effectief net buiten het bereik en is een pak ‘onhandiger’ dan een muur. Een groot horizontaal vlak boven het hoofd, het leidt vaker tot uitstelgedrag. Ook al omdat de neiging bestaat om die muur ‘even snel’ aan te pakken zonder veel grote praktische ingrepen, terwijl je wél alles wil verhuizen, afdekken of afplakken wanneer je aan het plafond begint. Maar het gaat verder dan het praktische alleen: een plafond schilderen is ingrijpender. Het effect is groter, zeker wanneer je in kleuren denkt, en een foutje verstop je boven je hoofd niet zo makkelijk achter een of ander meubelstuk. 

Drempelvrees dus. Kleur- en keuzestress. Het zijn redenen om inderdaad je licht op te steken bij de professional, die je meteen een paar interessante dingen zal vertellen. O, en dat licht … ja, dat zit ook ergens op het plafond. Nog een reden om niet even snel de verfborstel boven te halen.

Verfkleuren op het plafond

Een wit plafond weerkaatst het licht in de ruimte. Een van nature eerder donkere kamer krijgt zo een meer open, heldere uitstraling. Wil je in een hoge kamer het plafond optisch dichterbij – lager, en dus gezelliger – laten lijken, ga dan voor een donkere verflaag boven je hoofd. Het hoeft geen zwart te zijn: donkerder dan de muren is voldoende voor dit effect. 

Het mag hier al duidelijk zijn: een plafond schilderen is zelden een kwestie van enkel en alleen het plafond verven. Het plafond is één element dat de energie in een ruimte beïnvloedt, niet het enige. Om een laag plafond hoger te maken, bespeel je de wisselwerking dus op de omgekeerde manier en kies je voor een donkerdere muur en een lichter plafond. 

Hou er bij die keuzes rekening mee dat een noordelijk gerichte kamer doorgaans koud licht binnenkrijgt. Kies je daar voor warme, zachte, gele tinten, dan geeft dat de ruimte een extra impuls. Waar het warmste, meest zomerse zonlicht invalt, mag je uitgaan van de andere keuze. Daar creëert een licht, koel grijs, groen of blauw op het plafond een ideaal evenwicht. 

Respecteer een paar zaken als je het plafond schildert

De zwaartekracht is iets om rekening mee te houden. Gordijnen, vensterbanken, meubels, verlichting, de vloer … alles wat zich lager dan het plafond bevindt, afdekken, verwijderen of afplakken is dus nooit een overbodige ingreep. En nee, het zal jou niet overkomen, en ja, je zal opletten … maar doe het toch maar. 

Het plafond zelf licht opschuren kan strepen helpen voorkomen. Vergeet de nodige herstelwerken niet, maak alles opnieuw stofvrij en gebruik natuurlijk een goede grondlaag of primer. Het helpt als je een soort mentale map in je hoofd kan houden, en uitgaat van vierkanten die je één voor één aanpakt. Besparen op de grondlaag levert zelden iets op, dus doe dat ook hier niet: breng desnoods een tweede grondlaag aan voor je verdergaat. Ondertussen zal je wellicht ook weten waarom Michelangelo tijdens het beschilderen van de Sixtijnse Kapel een stelling bouwde om op te liggen terwijl de verf langs zijn armen omlaag liep: een plafond schilderen belast je armen, nek en schouders. 

Begin met de randen en de hoeken, en doe die met de verfborstel. De verfroller komt daarna. Je kan vanaf dan een telescoopsteel gebruiken – een lange borstelsteel is ook een optie – om zonder trap of ladder het plafond te bereiken. 

Denk opnieuw in vierkanten van een meter op een meter en laat die telkens een stukje overlappen. Verdeel zeker voldoende verf en rol ze gelijkmatig uit. Strepen, vlekken en allerlei oneffenheden voorkom je door zoveel mogelijk bij natuurlijk daglicht te werken. Kijk naar het raam – zo kijk je bij natuurlijk invallend licht naar je werk – en begin daar. Werk zo vierkant per vierkant af. 

Ideaal droogt de verf niet te snel (verwarming uit!) en geeft dat je tijd om waar nodig nog een en ander bij te werken. Schilder het plafond in één keer. Gun het resultaat voldoende droogtijd en herhaal het schilderen met een tweede laag. En eventueel een derde. 

Hoe vaak schilder je een plafond?

Dit hangt af van wat je onder dat plafond allemaal doet. Roken, kaarsen laten branden, de occasionele fuif organiseren … een plafond is weliswaar minder contactgevoelig dan de muur en de vloer maar als je dan toch een ruimte (deels) aanpakt, is het misschien wel gewoon de gelegenheid om muren én plafond in één keer weer helemaal op punt te zetten?

Misschien heb je na het lezen van dit stuk vragen? Schildersbedrijf Pattyn staat je met raad en daad bij.

Contacteer ons vrijblijvend.

Pleisteren en schilderen: durf geduld hebben

Schilderen is de laatste stap vóór je van een afgewerkt en aantrekkelijk resultaat spreekt. Bij een stevige renovatie is het na de eerste stap – alles af- en uitbreken – wellicht ook het meest dankbare moment: de schilder krijgt de eer en het genoegen om alles netjes achter te laten en om te scoren. Al zijn er ook die elke doelkans vakkundig de nek omwringen. 

Vaak ligt het verschil tussen een fantastisch eindresultaat en ‘dit kon beter’ in kalmte en geduld. Goed, het vakmanschap en de technische kennis van de man of vrouw met de verfborstel bepaalt ook veel, maar lang genoeg wachten is in deze context een kunst. 

Waarom wachten met schilderen? 

Muren eindigen altijd ‘hard’. Het is zowat hun basiskenmerk. Los van de bakstenen en gipsplaten begint heel veel nochtans vloei- of smeerbaar. Als specie, pleister, beton, mortel, stucwerk – veel namen voor gelijk(w)aardige producten – nat, zacht en bijna lopend aangebracht worden en uiteindelijk hard eindigen, moet ergens tussenin een voldoende lange droogtijd zitten. 

Pleister – stucwerk dus – bestaat op het moment van aanbrengen voor 40% uit water. Dat water moet er op een paar procenten na helemaal uit. Het droogt dus. Zoiets vergt tijd. Hoeveel tijd? Daarover doen allerlei cijfers en formules de ronde: tot x aantal dagen per millimeter, gemiddeld, een restvochtgehalte van 2% 

Wanneer mag je schilderen na pleisterwerken?

De realiteit is dat de situatie bepaalt hoelang het duurt voor pleister- en stucwerk droog is. In veel gevallen mik je alle procenten en dagen best in de vuilbak. Regent het buiten al weken? Zijn er binnen oneffenheden weggewerkt? Dan is de pleisterlaag dikker. Het kan voor elk van de vier muren en het plafond in één en dezelfde ruimte al verschillen. Seizoenen, het weer, ventilatie, warmte, regen, ze spelen allemaal hun rol en één ding is altijd zeker: geduld is goed. 

Het stucwerk is de dragende laag. Hoe droger pleister is, hoe beter. Als je een dag langer kan wachten: doen. Natte verf op natte pleister is het recept voor allerlei ongewenste resultaten: afbladderende verf, kleurverschillen, pleister die nooit helemaal wordt zoals het hoort … Een aangebrachte verflaag maakt het verder verdampen van vocht uit het stucwerk bovendien een pak moeilijker, of zelf onmogelijk. ‘Maar er bestaat toch een schildertechniek …?’ Jazeker: verf direct op natte kalk aanbrengen, levert een fresco op. Kalk, geen pleister. Fresco’s zijn moeilijk, zonder correctiemogelijkheden en doorheen de geschiedenis enkel weggelegd voor de betere schilders onder de kunstenaars. Of de kunstenaars onder de schilders. 

Hoe weet je of pleister droog genoeg is om te schilderen?

Vraag het de professional. Een uitgeruste, professionele schilder beschikt over een vochtmeter en ervaring. Zo op het zicht kan je zelf wel een idee krijgen: een goede indicator is de kleur van het stucwerk. Net aangebrachte pleister is wit. Wanneer het water een weg naar buiten zoekt, wordt alles grijzer, want vochtiger. De witte kleur keert terug nadat het vocht verdampt. Een egale, witte kleur is dus een signaal van droog stucwerk … aan de oppervlakte. De onderliggende lagen zijn daarom nog niet klaar om geverfd te worden. Vandaar de vochtmeter.

Kan je stucwerk of pleister helpen drogen?

In een voldoende warme en tegelijk goed geventileerde ruimte verdampt vocht sneller. Ook dan blijft het zaak om aandachtig te zijn, de concrete situatie goed en correct in te schatten en rekening te houden met alle omstandigheden. De verwarming opzetten en dus kunstmatig een (te groot) handje toesteken, doe je sowieso beter niet. Je riskeert barsten in het stucwerk. De stukadoor of huisschilder vertelt je graag wat je wél kan doen. En inderdaad: stukadoor met -k, stucwerk met -c.

Wanneer kan je schilderen na een primer?

Drie dingen zijn belangrijk in de periode tussen stucwerk en schilderwerk: geduld, geduld en geduld. Zelfs als we het erover eens zijn dat het pleister- of stucwerk voldoende droog is, laten we de verfpot nog even dicht. Een extra primer of voorstrijkmiddel voorkomt dat het pleisterwerk alle verf opzuigt. Primer helpt ook om de verf sneller te laten drogen.

Het doet een nieuwe vraag rijzen: wanneer mag je na het aanbrengen van een primer starten met schilderen? Het antwoord is andermaal specifiek en we kunnen de vraag meteen ook stellen voor de volgende lagen: hoe lang wacht je tussen verflagen? Er bestaat solventgedragen verf en verf op waterbasis, ze worden in dikke of dunne lagen aangebracht, er is ventilatie of net niet, we hebben een primer gebruikt of niet … Stuk voor stuk bepalen die factoren wat de meest geschikte wachttijd is. Je wacht beter te lang dan te kort. Of je vraagt het even aan de professional.

De conclusie is duidelijk: durf geduld hebben. Schilderen is vakwerk. Net als pleisteren trouwens. Alles wat met kunde en kennis gerealiseerd wordt, vraagt tijd. Er is een essentieel verschil tussen zinvol wachten en tijd verliezen. Dat eerste zullen wij waar nodig adviseren, het laatste trachten we te vermijden. 

Contacteer een professional

Buitenhout schilderen

Hout buiten schilderen: welke verf heb je nodig?

Raamkozijnen, een tuinhuis of carport, de deuren, het poortje naar de tuin of een poolhouse, aan buitenhout om te schilderen is doorgaans geen gebrek. Maar, welke houtverf kies je best om een goed, lang en aantrekkelijk resultaat te krijgen? 

Het verschil tussen buitenhout en binnenhout is de omgeving. Binnen is die stabiel, droog en behoorlijk onveranderlijk. Buiten oefenen de weersomstandigheden – neerslag, zon, temperatuur – net als schimmels en licht een constante invloed uit op het houtwerk, waardoor alles leeft. Het hout krimpt en het zet uit, en in ideale omstandigheden volgt de verf haar drager daarin. Verf om buitenhout te schilderen is met andere woorden elastischer dan de typische binnenverf. 

Houtwerk dat zich buiten bevindt, vraagt ook vaker aandacht. De elementen stellen het hout en dus ook de verf duchtig op de proef. Houtrot vindt aan een temperatuur van ongeveer 5° en een vochtpercentage vanaf 25% al zeer gunstige omstandigheden om in de aanval te trekken. Die omstandigheden zijn niet uitzonderlijk, dus je hebt er alle belang bij om deuren, ramen en ander houtwerk buiten goed te beschermen. 

Laag na laag na laag

Die bescherming komt in lagen. Minstens twee en vaak meer. Een grondlaag en een eindlaag zijn vrijwel in alle omstandigheden een noodzaak. Welke eigenschappen die specifiek (moeten) hebben, hangt af van de eisen die je stelt. De opties zijn divers: houtlak, beits, acrylverf, waterverf of een synthetische variant … Zelfs niet-verven en toch beschermen kan, met een water- en olieafstotend impregnatiemiddel voor buitenhout dat een quasi onzichtbare, waterafstotende laag vormt. 

De grondlaag voor buitenhout

Leg altijd één of twee grondlagen met een speciale buitenverf die een hoog vullend vermogen heeft, zodat je meteen ook de barsten, oneffenheden en kieren aanpakt. Laat die laatste niet ‘vollopen’ met grondverf: plamuur en (een beschilderbare, goed hechtende) acrylaatkit zijn betere oplossingen als er nog wat oplapwerk is. Schuur tussen de verschillende grondlagen alles even op om een betere hechting – en dus een beter eindresultaat – te bekomen. Een vochtige basis beschilderen is nooit een goed idee. Niet buiten én niet binnen. Let er op dat buitenschilderwerken met recht en rede niet de ideale winterbezigheid zijn. 

Houtlak buiten

Wanneer de grondlagen goed droog zijn, kan je afwerken. Kies je daarbij voor houtlak, dan leg je eigenlijk een externe verflaag bovenop het hout. Die beschermt het buitenhout, maar bedekt ook de oorspronkelijke houtstructuur en ze leeft niet echt enthousiast mee met het onderliggende hout. Ooit vertoont de slijtvaste, relatief harde houtlaklaag dus de eerste barsten, waarna je weer aan de slag zal moeten. Tot dan ben je wel zeker van mooi houtwerk en een uitstekende bescherming. 

Solvent- of watergedragen houtverf

Een andere overweging is de keuze voor een slijtvastere, solventgedragen houtverf of een meer milieuvriendelijke verf op waterbasis. Beide hebben voordelen, troeven en kwaliteiten. Watergedragen houtverf vergeelt amper maar leidt in onervaren handen sneller tot strepen, terwijl de verf op solventbasis een pak vergevingsgezinder is, trager droogt en dus correcties toelaat. Ze is ook krasvaster, beter bestand tegen het weer en laat ruimere intervallen toe dan wanneer je voor een verf op basis van water kiest. Die is op haar beurt dan weer gezonder, geurloos en minder belastend voor de omgeving. 

Hoogglans, zijdeglans of nog iets anders?

De afwerkingsgraad van de houtverf speelt net zo goed een rol. Hoogglansverf blijft langer mooi, het eindresultaat ziet er helemaal tiptop uit, en zon en regen hebben hun handen vol aan deze afwerking. De hoge glans draagt bij aan een betere bescherming.

Houtverf met zijdeglans creëert een hedendaags effect. Het glimmende ontbreekt en zorgt voor een modernere uitstraling. Hetzelfde kleur met een verschillende afwerkingsgraad kan tot compleet andere resultaten leiden, dus het is zeker de moeite om je hierin te laten adviseren. 

Naast de hoog- en zijdeglansgraden, bestaat er voor buiten ook ‘halfglans’ en ‘mat’. Halfglans bevindt zich precies tussen hoogglans en zijdeglans in, en combineert kenmerken van beide. Wie van een (veel minder courante) matte afwerking houdt, kijkt best eerst even bij zijdeglans, waar de opties breder zijn. 

Beitsen van hout

Een waardig en zeker te overwegen alternatief voor traditionele houtverf en -lak is het beitsen van het hout. Beits is dun en trekt het hout in, waar het een beschermende functie opneemt. Het kan zowel transparant, gekleurd of dekkend zijn, dus esthetische redenen kunnen perfect aan de basis van de keuze voor beits liggen. Beits koppelt de beschermende, indringende kwaliteiten van olie aan het eindresultaat van verf, zonder de houtstructuur echt te bedekken. Het hout – de nerven, de lijnen – blijft er als hout uitzien terwijl de vezels een langere levensduur tegemoet zien.

Enkele tips om buitenhout te verven

Je brengt een verflaag op buitenhout altijd aan in de richting van de houtnerf. Voor kleine oppervlakken gebruik je daarbij een buitenborstel, grotere stukken kunnen eventueel met een speciale verfroller aangepakt worden. 

Je mag buiten behoorlijk gul zijn met de houtverf, zonder dat ze er in dikke druppels vanaf hoeft te lopen. Het effect van ‘een laag’ mag wel. Buiten kijken we met meer afstand en andere verwachtingen naar een verflaag dan binnen in de huiskamer. 

Laat de verflaag altijd voldoende lang drogen. Hoe lang dat precies is, hangt er vanaf: als de buitentemperatuur 10 graden bedraagt, zal het meer tijd vergen dan bij 20 graden. Ook de specifieke kenmerken van elke verfsoort spelen een rol. Elke (droge) laklaag opschuren leert je meteen of de verf voldoende droog is: zie je fijn en droog schuurstof, dan zit het goed. 

Heb je vragen na het lezen van deze blog? Professioneel advies nodig?

Contacteer ons

De badkamer schilderen: waarmee hou je rekening?

De badkamer schilderen leek ooit een gek plan. Tegeltjes, toch? Nee, niet noodzakelijk. Met een beetje goede achtergrondinformatie behoort een geverfde badkamer perfect tot de mogelijkheden. Zeker als je met een aantal zaken rekening houdt.

Opgepast: de doorsneebadkamer blijft een uitdaging voor elke schilder. Zelfs in de allerkleinste badkamer tref je verschillende ondergronden aan, die elk om een gespecialiseerde aanpak vragen. Mr. Bean-gewijs een staaf dynamiet in de pot verf steken, brengt geen zoden aan de dijk. Een deur, het raamwerk of de plinten behandel je niet op dezelfde wijze als die radiator en dan hebben we het nog niet over eventuele badkamermeubels gehad. Zelfs de muren, wanden en het plafond verschillen in functie en gebruik, terwijl één constante – vocht – de uitdaging nog wat groter maakt. 

Het vereist kennis en behoorlijk wat vakmanschap om van de badkamer een waar kunststukje te maken. De badkamer is dan ook een atypische ruimte in een woning. Hier gebeuren zaken die enkel hier kunnen. En voor je fantasie op hol slaat: we hebben het over de was en eventueel de plas. Een bad nemen of douchen. Dingen die – ten eerste – een bepaald aanpassingsvermogen vragen van de ruimte zelf en – ten tweede – ook de nodige wellness en rust in zich mogen dragen. Praktisch en comfortabel dus, liefst samen. Het zorgt ervoor dat je van badkamerverf kwaliteiten verwacht die je doorgaans buiten aantreft, met de look-and-feel en de handige eigenschappen die bij ‘binnen’ passen.

Water in alle vormen

Een goed uitziende badkamer en waterdamp, het blijft een lastige combi. Of beter: verf en water, dat is de lastige combinatie. Ook in goed geventileerde, hedendaagse badkamers valt er niet aan de aanwezigheid van vocht te ontsnappen. Ooit was dat onvermijdelijk synoniem met ‘schimmel’ maar dat is perfect te voorkomen. 

Een waterdichte primer is een evidentie. Net zoals een eindlaag die condens- en waterbestendig is. Die kwaliteitsvolle eindlaag is – graag – ook makkelijk te reinigen. Een badkamer is geen salon: je loopt er slaperig binnen en soms snel weer buiten, in het ochtendlicht of ‘s nachts, alleen of met een partner en kinderen … Het zijn allemaal factoren die een (te) cleane, witte zone in een oogwenk omtoveren tot een rommeltje.

Heel veel water!

De douchewand is een verhaal apart. Vochtwerend en vochtbestendig zijn twee. Een letterlijke stortvloed aan water is zelfs met een specifieke verf lastig uit de ondergrond te houden. Zeker als het een muur – pleister, gips, baksteen – met poreuze eigenschappen betreft. De gereputeerde verfproducenten ontwikkelen wel uitstekende lagen die je als ondergrond een pak extra bescherming bieden maar je hoeft slechts één keer met je waterdichte schoenen door een beek te stappen om te ontdekken dat er geen 100%-zekere garanties bestaan als het over water gaat. 

Professioneel advies is geen overbodige luxe als de badkamer verven op het to-do-lijstje staat. 

Glanzen is goed

Er is een leidraad die kan helpen om het juiste verftype te kiezen. Zijdeglansverf of hoogglansverf zijn doorgaans – de glans zit er voor veel tussen – uitstekend bestand tegen de vochtige badkameromgeving. 

Is er een verschil tussen verf met zijdeglans en hoogglansverf? Jazeker: de zijdeglansverf is minder fel (denk aan ‘zijdezacht’) dan de hoogglanzende verfvariant. 

De badkamer als renovatieproject 

Doorgaans is het schilderen van de badkamer de eindfase van een renovatieproject. Je geeft de ruimte nu eenmaal niet zo makkelijk een nieuwe bestemming. 

Een watervaste, waterwerende, waterbestendige primer is altijd een voorwaarde om een goed eindresultaat te bekomen. Gyproc – gipskarton – bestaat ook in een watervaste variant maar zelfs dan hoort daar de juiste – solventgedragen – muurprimer op te komen. Die watervaste primer heb je sowieso nodig. Ze bestaan in soorten, dus kijk goed op de verpakking om zeker te zijn dat je de juiste kiest voor de ondergrond en de afwerking die je in gedachten hebt. 

Kan je badkamertegels overschilderen?

Bij een badkamerrenovatie kan je er inderdaad voor kiezen de aanwezige wandtegels gewoon te overschilderen. Een nieuwe kleur verandert meteen de energie in de ruimte. Zolang je een speciale primer voor gladde ondergronden gebruikt en afwerkt met een lakverf zijn er veel mogelijkheden. 

Uit de betegelde douche blijf je beter weg. Strikt gezien kan het wel maar de omstandigheden – dampen, condens en rechtstreeks water – vragen om een alternatief dat beter geschikt is dan een laag verf op een gladde ondergrond. 

Kleur als sfeerbepaler

Ontspannen doe je in de juiste tinten. Net als wakker worden, energie tanken, neutraliteit uitstralen en overal bijpassen. Niet toevallig zijn het eigenschappen die je in de badkamer meer of minder belangrijk kan vinden. Een badkamer mag absoluut een oase van rust en ontspanning zijn. Warme, natuurlijke kleuren creëren dat effect als vanzelf. Eventueel kunnen levendige, koelere tinten je ochtendlijke opgewektheid groter maken en ook de combinatie met het badkamermeubilair bepaalt natuurlijk veel. 

Veel hangt af van wat je zelf verwacht. Is de badkamer – met bad – voor jou een echte wellnessplek, of toch vooral functioneel? Is het een eigen plek, of deel je ze met anderen? Kleur en sfeer gaan hand in hand. Een lichter blauw of opvallend groen maken je ’s morgens aangenaam wakker terwijl aardse, zachte tinten de mediterrane vakantiesfeer oproepen en zelfs dat glas rode wijn op de badrand beter laten smaken.  

Schildersbedrijf Pattyn staat je met raad en daad bij.

Contacteer ons vrijblijvend

7 tips om je huis schilderklaar te maken

Wie vakmanschap wenst, doet beroep op een vakman. Het klinkt logisch, dat is het ook, en het gaat zeker op voor de huisschilder. Toch zijn er een aantal zaken die je eventueel zelf kan doen om je schilder een kwastje toe te steken. 

First things first: een goede huisschilder is een professional. Opgeleid, ervaren, met kennis van zaken. Soms zegt men dat je 10.000 uren oefening nodig hebt om een stiel helemaal meester te worden. Waar of niet, het betekent vooral dat de gemiddelde huis-tuin-en-keukenschilder zelden of nooit in de buurt van de professionele huisschilder komt. Wat dus niet wil zeggen dat je geen handje kan toesteken.

1. Bezint eer ge begint

Zoals met alles: eerst denken, dan doen. Oké, er zijn er die hun leven anders vormgeven maar als het over schilderen gaat, hou je deze gouden regel aan. Een huis of een kamer schilderen kost tijd, energie en een beetje centen. Liefst geniet je er lange tijd van, dus elke week een nieuwe kleurtje kiezen en de verfrol bovenhalen, is geen topidee. 

Een nieuwe verflaag kan een start zijn, of een afsluiter. Het kan in een ruimer project passen of net zeer specifiek en gericht zijn. Het is zelden ‘zomaar’, ook al omdat een kamer of huis schilderen niet op één, twee, drie lukt. Ook over de kleurkeuze mag je gerust een nachtje slapen, om te voorkomen dat je er later nachten van wakker moet liggen. 

2. Meten is weten

Wanneer de professional een offerte komt maken, mikt hij een lichtje tussen muren, neemt notities en gaat vervolgens aan het rekenen en tellen. Gewapend met zijn laserafstandsmeter bekomt hij een totaal dat doorgaans niet zo heel ver afwijkt van de realiteit. Gelukkig, want nattevingerwerk en verf gaan niet goed samen. 

Je kan de berekeningen ook zelf eens maken. Vergeet de plafonds niet mee te tellen, trek deuren en ramen van het totaal af en laat de eventuele plinten en trappen niet achterwege. 

3. Kiezen is verliezen

Elke verfsoort, elk type, elke materiaalkeuze … ze hebben allemaal unieke kwaliteiten, voordelen en aandachtspunten. ‘Een potje verf’ bestaat niet, de beste verf voor jouw specifieke verwachtingen en wensen wel. De truc is die te vinden.  

Hier komen we stilaan in de buurt van de vraag ‘Hebben we een professionele huisschilder nodig of niet?’ en als het antwoord daarop ‘ja’ is: ‘In welke mate kunnen we die man of vrouw bijstaan?’ En: ‘Hoe groot is het risico dat onze hulp een omgekeerd effect heeft en net meer werk oplevert?’

4. Een goede voorbereiding ontlast de huisschilder

Oude verf verwijderen, scheuren en gaten opvullen, deuren afnemen, ramen afplakken … het zijn de zaken waaraan je denkt als het gaat over een handje toesteken. Niet de plezantste werkjes, tijdrovend ook, en dus de ideale jobs voor de tijdelijke schildersknecht die je op dat moment wil zijn. Klopt helemaal, al blijft het goed om weten dat een slecht opgevuld gat in de muur ook met een uitstekend gelegde verflaag altijd een slecht opgevuld gat in de muur zal blijven. 

Als je bij het woord ‘plamuur’ pakweg aan een vissoort denkt, laat je het misschien toch beter aan de professional over. Afplakken is overigens ook zo’n kunstje waarmee je als enthousiaste helper de mist kan ingaan. 

5. Stap per stap je huis schilderklaar maken

Wel haalbaar, zeker realistisch en gegarandeerde tijdswinst opleverend, zijn de stappen die je eerder al kan zetten: verwijder alles uit de kamer(s) die je wil (laten) schilderden. Hoe leger, hoe liever. Meubels, kadertjes, kabels, alles wat los of niet heel vast zit: weg ermee. Of toch zeker tijdelijk. 

Een stevige oppervlaktereiniging kan je eventueel ook zelf doen. Schrobben, vegen, afstoffen en eventueel zelfs schuren, het zijn zaken die de huisschilder met meer of minder plezier wellicht nog eens overdoet, maar alles wat gedaan is, is gedaan, en gaat dus de tweede keer sneller.

6. Laat de schilder zijn of haar ding doen

Ze weten wat ze doen. Je kan de mannen of vrouwen van het schildersbedrijf natuurlijk altijd plezieren met een kopje koffie of een complimentje maar – als we voor Schildersbedrijf Pattyn spreken – het professionele team dat bij je over de vloer komt, is volledig zelfvoorzienend en iedereen heeft alles bij om de hele dag autonoom verder te werken. 

De organisatie staat op punt, de planning is duidelijk en de droogperiodes tussen verflagen laten zich perfect combineren met andere zinvolle werkjes. 

7. Check en geniet

Alles klaar? Naar wens? Doe gerust zelf nog een check. Is alle afdektape verdwenen? Daar wacht je best niet te lang mee. Ziet de ruimte er perfect als nieuw uit? 

Zet je meubels terug – opletten van de muren! – en vergeet niet te genieten van het resultaat. 

Ik heb een vakman nodig!


Kleurenpsychologie en wat het betekent in huis

Kleur bepaalt de stemming. Niet de verkiezingen, wel de psyché, het gevoel, de mate waarin je vrolijk bent of eerder down wanneer je in een ruimte bent. Dat is echt niet zo zwart-wit als je zou denken. In ons onderbewustzijn schuilt de oorsprong van die kleurenpsychologie en na het lezen van dit stukje kijk je bewust en anders naar elke kleur in je omgeving. 

Primaire kleuren, warme kleuren en koude kleuren

De basis van heel wat kleurenverhalen begint met rood, blauw en geel. Door die basiskleuren of primaire kleuren te mengen kan je in theorie vrijwel elke andere kleur creëren. Deze twee zinnen kloppen niet helemaal, want er bestaan uiteenlopende technieken en manieren om een kleur te ‘maken’. Verf, drukinkt of de kleuren in een beeldscherm, je voelt dat het niet zomaar identiek is, dus noodgedwongen focussen we vanaf hier vooral op het effect van de belangrijkste (verf)kleuren in een ruimte. 

Interessant om weten is dat er koude en warme kleuren bestaan. Elke tint kan door te mengen één of andere richting uitgaan maar in grote lijnen zijn blauw, groen en paars eerder koude kleuren die meer afstand veroorzaken dan hun warme tegenhangers geel, oranje en rood. Die muur die op je afkomt? Ja hoor, het is meer dan louter inbeelding.

Wat is het effect van elke kleur? 

Geel is verwant aan zonlicht en activeert onze hersenen. Om die reden is het een goede kleur wanneer je gevaar wil signaleren, en populair in reclame of in het verkeer. Je wordt er wakker van. Geel roept als het ware dat het tijd is om aan de slag te gaan, en dus krijgen creativiteit en fantasie er een impuls door. Opstaan! 

Rood associëren we met de kleur van rijp fruit. Ooit was het cruciaal dat op te merken en vandaag blijft rood daardoor een belangrijke signaalkleur. Het maakt je een tikkeltje onrustig, jaagt je hartslag de hoogte in (echt!) en dwingt ons tot actie. Het duwt andere kleuren naar de achtergrond (eten is een basisbehoefte) en wordt om die reden ook als remlicht gebruikt. 

Oranje houdt het midden tussen beide en is aangenaam activerend. Of dacht je dat het toeval was dat heel wat ‘call to actions’ er oranje uitzien? Net genoeg rood om iets te laten starten, net genoeg geel om die hartaanval te voorkomen. Groen is dan weer de rustigste van alle kleuren. Nooit schreeuwerig, nooit irriterend en met een kalmerend, rustgevend effect op lichaam en geest. Veilig en heilzaam. Gezond, groeiend, duurzaam en trouw. 

Blauw is de kleurpsychologische tegenhanger van rood. Passief, intelligent, kalm, koel en rustig. Banken, politici en dataverzamelaars gebruiken die associatie graag om zichzelf een beter imago aan te meten. Blauw is de kleur die kwade krachten buitenhoudt, zoals de Griekse ‘mati’ die beschermen tegen het boze oog, of de blauwe luiken voor de vensters van witte huisjes. 

Paars combineert blauw en rood. Met een roder of blauwer accent kan het warmer en levendiger of koeler en passiever lijken maar het is altijd een compromis dat naar nostalgisch neigt. Een tikkeltje chic ook, majestueus en magisch. Het nichtje van paars, roze, is onterecht een vrouwelijk cliché geworden en laat zich graag associëren met een opgewekt, vrolijk en jeugdig optimisme. 

Bruin zet je opnieuw met beide voeten op de grond. Warm en zeker, eenvoudig, natuurlijk en een tikkeltje nederig, bruin is de kleur van de armoede, de aarde en de schors van bomen. O, en bruin wordt door UPS bewust gebruikt om hun wagens minder snel vuil te laten lijken. 

Wit staat voor zuiverheid en onschuld. Heilig en puur bijna, en niet toevallig ook klinisch. Een blanco blad, waarop veel mogelijk is. Wit is de optelsom van alle andere kleuren en weerkaatst het licht het best. De natuurlijke tegenhanger is zwart, of het ontbreken van alle kleuren en een gebrek aan licht. Zwart domineert, is sterk, krachtig en zelfverzekerd. ‘The little black dress’ is niet toevallig ‘black’. 

Dan lijkt grijs de veilige en onpartijdige keuze. Net zoals paars kan het een richting uitgaan waar wijsheid, een beetje mysterie en ervaring in lijken te schuilen. 

En wat betekent al die kleurenpsychologie voor de verfkleur op de muur? 

In elk geval dat eerst even nadenken nooit een overbodige luxe is. Net zomin als een professional uitnodigen om zijn of haar zegje te doen. Niemand beweert bovendien dat één kleur zaligmakend moet zijn, integendeel. Kleuren werken emoties in de hand en bespelen het gemoed maar je kan er nog een extra dimensie aan toevoegen door op de juiste plaatsen met accenten te werken. 

Een lange, smalle kamer lijkt korter als de achterwand een sterke kleur heeft terwijl een brede ruimte net smaller wordt als de twee zijwanden opvallender gekleurd zijn. Lichte kleuren vergroten de ruimte, net als koude kleuren, terwijl donkere, warme kleuren een kamer kleiner laten lijken. Gebruik kleuren vanaf nu dus met hun invloed op de mens, de kijker, de bewoner, de werkkracht … in gedachten. 

Contacteer ons voor meer kleuradvies

Kleur bekennen in 2023! Ontdek de kleurtrends van het jaar

Net voor de jaarwisseling komen de verschillende verf- en schildermerken traditioneel met hun nieuwe trendkleuren voor 2023 naar buiten. Daarbij is geen sprake van nattevingerwerk of wilde gokken. Maatschappelijke evoluties en het toekomstige gedrag/de huidige vraag van de consumenten liggen aan de basis van de bevindingen en ideeën. 

En de winnaar is … tromgeroffel en opgebouwde spanning … niet één kleur. 

Ah nee. Elke zichzelf respecterende verfproducent maakt een gefundeerde keuze en deelt die vervolgens met de wereld. Uiteindelijk wordt dus niet één kleur tot ‘Kleur van het Jaar’ gebombardeerd en steken verschillende tinten een hand uit naar de titel. Het levert een lijstje namen, tendensen en vooral dus kleuren op, maar ook één duidelijke conclusie! 

BOSS Paints en Colora: Entangled Green

Is het muntgroen? Is het grijs? Het is een beetje van beide en het is vooral zacht, rustgevend, fris en een tikkeltje prikkelend. Dat is overigens geen toeval in dit jaar waarin kalme tinten en kleuren met een twist het goed doen. BOSS Paints adviseert om het subtiele palet van Entangled Green eventueel als basis te gebruiken en aan te vullen met andere kleuraccenten. 

Levis en AkzoNobel: Wild Wonder

De Nederlandse verffabrikant van onder andere Levis kiest voor deze zonnige tint. Licht en fris is dit okergeel-dat-naar-beige-neigt absoluut. Het creëert een positieve, natuurlijke geeltint en het doet zowaar aan de natuur, het bos en een boeket voorjaarsbloemen denken. De warme, gele kleur zou zo van het wiegende korenveld kunnen weggeplukt zijn. 

Histor en PPG Paints: Vining Ivy

Diezelfde link met de natuur zit verscholen in deze krachtige combi van smaragdgroen en blauw. Alsof je in een diep meer staart en daarin rust en balans vindt. Al blijft dit toch ook een opvallende manier om kleur in huis aan te brengen en voor een heel klein beetje opwinding te zorgen. Vining Ivy laat zich zowel met hout als goud combineren en dat ziet er altijd goed uit. 

Valspar, Behr en Karwei 

Valspar houdt het naar goede gewoonte niet bij één keuze en stelt een ‘comfortable, joyous, beautiful’-assortiment van twaalf trendkleuren voor. Van warm wit tot lila, mooi, vrolijk en aangenaam zijn ze allemaal. 

Behr gaat voor een tijdloos, helder en veelzeggend Blank Canvas. Een opfrissende, gezellige, zachte, rustige wittint die eigenlijk overal in huis perfect dienst kan doen. En daar horen elf passende kleuren bij om voor de nodige diepgang en accenten te zorgen. 

Karwei opteert voor Nordic Green en haalt daarmee een natuurlijke schoonheid in huis. Er schuilt een beetje bos in deze basiskleur, maar ook zee en zand, en dat laat zich perfect matchen in eender welke combinatie. Denk ‘lange wandelingen’ en ‘een noordelijke bries’. 

Conclusie: rust zoeken in de natuur en in huis

Hoewel de specifieke kleuren dus verschillen per fabrikant, wordt 2023 toch het jaar van de rust, de kalmte en de natuur. Die tendens is duidelijk: een tikkeltje aarde, fauna en flora, kabbelend water of sereen groen, een zonnestraal en de zachtblauwe lucht met een enkele warm-witte wolk die rustig voorbijglijdt, het zomerse tafereel is nooit veraf. We hebben met ons allen meer aandacht voor duurzaamheid. Ecologie is een thema, net als de natuurlijke vormen en kleuren die daar te vinden zijn. Een beetje verwondering, een dosis positiviteit en vooral de vrijheid om in alle rust te genieten, dat is wat zowat elke kleur van 2023 tracht te vatten. 

En de rest is een kwestie van smaak. 

Vraag hier kleuradvies op maat aan

Kalkverf: onterecht onbekend en onbemind

Het antwoord op de vraag waarom je nu pas van kalkverf hoort, is even helder als duidelijk: omdat synthetische verf lange tijd prioriteit kreeg. De hedendaagse heropleving van natuurlijke materialen, gekoppeld aan een beetje gezonde nostalgie, hebben kalkverf weer helemaal teruggebracht en dat is 100% terecht.

Kalkverf is geen recente uitvinding. Stallen worden al eeuwen ‘gekalkt’ om ze te beschermen tegen vocht en daarmee is meteen een belangrijke eigenschap benoemd: kalkverf is vocht- en schimmelwerend. Om precies te zijn: kalkverf ‘ademt’ en laat het vocht uit de muur ontsnappen door er geen luchtdichte laag op te vormen. Je kan er om die reden ook nieuwbouwwoningen (die nog deels aan het uitdrogen zijn) sneller mee verven. Kalkverf heeft bovendien brandvertragende eigenschappen en we hebben nog nooit iemand horen beweren dat die niet meegenomen zijn.

Na één alinea mag het duidelijk zijn: kalkverf is aan een revival toe. Het is een duurzamer product dan synthetische verf en het heeft nog een aantal onmiskenbare troeven. Maar … wat is kalkverf precies?

Wat is kalkverf?

Kalk, krijt en kalei, ze lijken vooral in naam goed op elkaar en geven telkens een verschillend resultaat. Kalken gebeurt – ah ja – met kalkverf en levert een fijnere afwerking op dan kalei, wat eigenlijk het aanbrengen van een laag kalkpleister is. Krijtverf is nog iets helemaal anders, met een egaler en bijna fluwelen effect.

Het is een logische veronderstelling dat ‘kalk’ het basisbestanddeel van kalkverf is. Het natuurproduct kalk bindt en dekt goed, wat zonder veel extra toevoegingen meteen een bruikbaar verfmateriaal oplevert. Vooral door met lagen, kwaststrepen en overlappingen te variëren krijgt de – professionele – schilder structuur, textuur en tint in de zaak en op de muur. Een basiskennis en een mate van techniekbeheersing is handig en de beste garantie op een uitstekend eindresultaat: kalkverf is een beetje kunst

Stel uw vragen aan onze specialisten

De kunst van kalkverf

Zie je een schilder kalkverf aanbrengen met een verfrol dan bel je zo snel mogelijk naar Schildersbedrijf Pattyn. Kalkverf is een techniekverf die sterker wordt dankzij zichtbare borstelstrepen, verschillende lagen en kleurnuances. Ze zorgt voor een authentieke, doorleefde look die naarmate de tijd voorbijglijdt nog krachtiger zal worden. Licht speelt erop in en je zal merken dat ‘mat’ helemaal niet hetzelfde is als ‘dof’.

Verwacht je dus aan strepen, aan reliëf en diepte. Aan variatie, ook later nog. Dit is verf die deel uitmaakt van de ruimte, en die meer doet dan er een beetje kleur aan geven. De tijd dat kalkverf synoniem was met witte vegen op je kleding en een altijddurende stoflaag ligt lang achter ons.

Kalkverf werd door de synthetische varianten tijdelijk in de verdrukking gedwongen maar de natuurlijk pigmenten lijken minder kunstmatig en dat maakt kalkverf uitstekend geschikt voor rennovaties en restauratieprojecten. Het doet ‘vandaag’ passen bij ‘vroeger’. Dit is verf die deel uitmaakt van de ruimte, en die meer doet dan er een beetje kleur aan geven. Gebruikssporen en tekenen van veroudering (noem het ervaring, beleving en levenswijsheid …) maken daar deel van uit. Een bedreven en gedreven schilder speelt met de contrasten en de glans, creëert diepte en nuances, en versterkt dat effect nog. Het eindresultaat zal opvallen. Omdat het natuurlijk is, een licht nostalgische vibe uitstraalt en bijna letterlijk meeleeft met de kamer.

Kalkverf is een keuze

Kalkverf is een duurzame, milieuvriendelijke, gezonde muurverf en een bewuste keuze. Kalkverf vergt vakmanschap, ademt en lijkt te leven. De poreuze authenticiteit zorgt voor sfeer – landelijk of net industrieel – en verandert met het invallend licht, wat van kalkverf meteen het eerste decoratieve element in de ruimte maakt.

Kalkverf is toe aan een welverdiende heropleving!

Neem contact op met Schildersbedrijf Pattyn

Plannen om je woning of bedrijfsgebouw te laten schilderen? Laat je adviseren.

Schildersbedrijf Pattyn heeft meer dan 75 jaar ervaring met het schilderen en onderhouden van woningen, industriële installaties, bedrijfsgebouwen en openbare infrastructuren. Wij kunnen elk schilderproject aan. Heb je plannen om te schilderen? Contacteer ons om ze samen met jou te bespreken. We maken er graag tijd voor.

Maak een afspraak


De aantrekkingskracht van magneetverf

Multifunctionele ruimtes en thuiskantoren zijn tegenwoordig een ding en dan is een praktische inrichting belangrijk. Magneetverf – je mag ook ‘magnetische verf’ zeggen, al klopt dat niet helemaal – heeft een aantal interessante troeven die van je muur zowaar een veelzijdig instrument maken. 

Maar, laat ons eerst een misverstand de wereld uithelpen: magneetverf is – in tegenstelling tot wat je zou vermoeden – niet magnetisch. De speciale samenstelling van latexprimer en roestvrije ijzerdeeltjes laat wél toe dat magneten zich eraan hechten en erop blijven hangen. Het zijn dus die magneten die magnetisch zijn, de magneetverf bestaat voor een stuk uit (minuscule) ijzerdeeltjes. Je voelt het aanwezige ijzer trouwens zodra je deze verf optilt. 

Magneetverf en de juiste magneten

Om alles in het juiste perspectief te zetten: de sterkste magneetverf bevat ongeveer 20% microscopische ijzerdeeltjes terwijl een gewoon ‘magnetisch’ ijzeren bord natuurlijk voor de volle 100% uit ijzer bestaat. De professionele schilder brengt verschillende lagen magneetverf aan om het eindresultaat te verbeteren en zo een voldoende aanwezigheid van ijzerdeeltjes te garanderen.

Hou er wel rekening mee dat magnetische verf geen almachtige oplossing is. Het gevaar dat je van halfweg de kamer naar de muur gezogen wordt wanneer je een magneet in de hand hebt, is onbestaand. Net zomin als dat de gewichtige verf je muur omver zal trekken. Meteen weet je waarom de magneten die je gebruikt in combinatie met magneetverf ook een beetje denkwerk vragen: het is niet omdat het aan de koelkast lukt, dat het op de muur zal pakken. Kies dus ook voldoende stevige en krachtige magneten voor een maximaal effect. 

Grijs ijzer, grijze magneetverf?

De roestvrije ijzerdeeltjes in de magneetverf (‘magnetiet’ heet de grondstof) zijn dan wel niet met het blote oog te zien, ze verhinderen wel dat er veel kleuropties zijn: het is grijs of … grijs. Je kan er nadien natuurlijk een eindlaag naar keuze over aanbrengen, wat vrijwel alle opties opnieuw opent, maar het nadeel van grijs is natuurlijk dat je er moeilijk nog lichtroze of geel van maakt. Je kan een magnetische muur eventueel ook behandelen met een beschrijfbare laag, waardoor je een heus krijtbord-effect krijgt. Door de magneetverf te combineren met schoolbordverf of een kleur, neemt het aantrekkingsvermogen af en dat brengt ons terug naar de vorige alinea: voldoende lagen aanbrengen is echt een noodzaak. Kies je toch voor puur natuur dan creëert het spel van licht en ijzer een apart industrieel effect. 

De (alternatieve) tip van Schildersbedrijf Pattyn

Magneetverf is niet zo vloeiend als de klassieke verfsoorten. Meerdere lagen versterken het magnetisch effect maar beïnvloeden natuurlijk ook het resultaat, dat minder effen en glad wordt. Magnetisch vliesbehang of magnetische plamuur zijn twee evenwaardige alternatieven. Minstens even goed wat prestaties betreft én strakker af te werken met een klassieke verf, genieten ze misschien zelfs de voorkeur als het eindresultaat het belangrijkste criterium is. 

Een goede voorbereiding is het begin van alles

Blijft magneetverf de eerste keuze, dan brengen we die liefst aan op een voorbereide, propere en gladde ondergrond, zoals elke muurverf. Het materiaal – hout, pleister, gips, baksteen – waarop je de magneetverf aanbrengt, zou eigenlijk niks mogen uitmaken en beïnvloedt de latere aantrekking door de magneten niet. Je biedt magneten wel meer en betere kansen als de ondergrond egaal is. Hoe groter het contactoppervlak, hoe beter. 

Magneetverf is een verrassend veelzijdige oplossing voor zowat elke ruimte in huis.

Contacteer ons voor meer informatie

Plannen om je woning of bedrijfsgebouw te laten schilderen? Laat je adviseren.

Schildersbedrijf Pattyn heeft meer dan 75 jaar ervaring met het schilderen en onderhouden van woningen, industriële installaties, bedrijfsgebouwen en openbare infrastructuren. Wij kunnen elk schilderproject aan. Heb je plannen om te schilderen? Contacteer ons om ze samen met jou te bespreken. We maken er graag tijd voor.

Maak een afspraak