Ontdek de trendkleuren van 2024

De verfproducenten, interieurspecialisten en stijlkenners presenteren in het najaar naar goede gewoonte de trendkleuren voor de toekomst. Het jaar 2024 belooft in ieder geval een paar leuke en opvallende mogelijkheden. We zetten ze hier op een rijtje.  

BOSS Paints en Colora: Healing Blue

Healing Blue is een zachte grijsblauwe tint. Zacht, relatief sober, goed te combineren en toch sterk. Healing Blue kalmeert de zinnen, zorgt voor een aangenaam gevoel van ruimte en kan – afhankelijk van de combinatie – perfect naar de natuur verwijzen of iets futuristisch belichamen. Je kan er zowel een steensoort als een robotachtig metaal in zien. Mocht ‘zuurstof’ een kleur hebben, het zou Healing Blue kunnen zijn.

Levis en AkzoNobel: Sweet Embrace

De Nederlandse verffabrikant kiest in 2024 – het is de twintigste keer dat ze een trendkleur lanceren – voor een zachte en rustgevende omhelzing in delicaat en gedempt roze, met een beetje poederig grijs-beige. Zoals een aangename knuffel van zachte veren en subtiele avondwolken kan aanvoelen. Sweet Embrace is een dik deken van watten in een hangmat van suikerspin, licht, ontspannend en rustig wiegend.

Histor en PPG Paints: Limitless

Een warme kleur die een beetje doet denken aan uitgestrekte zandstranden, uit de gele familie en eindeloos combineerbaar, dat is Limitless. Je moet al heel veel moeite doen om deze lichte, veelzijdige, bijna zonnige kleur niet te laten passen bij een interieur, of zelfs op die set tuinmeubelen. Afhankelijk van het humeur van het moment kan je Limitless als ondersteunend accent én als hoofdkleur inzetten.

Behr, Karwei en Valspar

Behr opteert in 2024 voor de elegantie en de tijdloosheid van Cracked Pepper … en maar liefst vijftien bijpassende combinatiemogelijkheden. Denk aan warme, neutrale tinten met her of der een gedurfd accent en de opvallend diepe, verfijnde, net niet zwarte houtskooltint van Cracked Pepper. 

Bouw- en interieurketen Karwei zet een nostalgisch vakantiegevoel centraal met California Mauve. Lara De Rey op de achtergrond, een beetje flower power en de vrije jaren 1970, ze moeten ongeveer deze lichtpaarse schijn op de achtergrond gehad hebben. 

Voor Valspar mag Renew Blue de eerste keuze van 2024 worden. Het aquamarijnachtige, appelblauwzeegroene, licht tot middenblauw heeft echt een groene ondertoon en doet denken aan die oceanen, maar ook aan het betere zwembad of die rustgevende welness.

Nog een paar opvallende kleurtrends

In Nederlandse media wordt Fluor Future als een opvallende kleurtrend genoemd. Het lijkt iets voor lefgozers en durvers, want aanhangers van Fluor Future combineren felgroen met helderblauw en fluogeel met roze, op een achtergrond van luipaardvlekken of zebrastrepen. 

Rustiger – en toch ergens niet zo heel ver weg van de ‘foute’ fluotoekomst – is de Japandi-stijl. De combinatie van Japanse en Scandinavische interieurkenmerken leidt tot een Oosters scherm naast effen natuurkleuren of plaatst een opvallende vaas op een strakke salontafel. 

De zomer van Barbie laat zich in 2024 waarschijnlijk nog een beetje voelen in veel rozerood en perzikroze, en ook de combinatie van lichtblauw en goud is een aanrader om in het oog te houden.

Voilà. Laat 2024 maar komen!

Vraag ons advies

Wat moet je weten als je het plafond wil schilderen?

De muur schilderen, dat ziet zelfs de minst enthousiaste amateur nog zitten. Los van het uiteindelijke resultaat – de professional legt er zoals altijd en overal een figuurlijk laagje bovenop – lijkt de stap naar het plafond evenwel een grote. Hoe komt dat? En waarom is zelf een plafond schilderen een terechte drempel? 

Die drempel, daar hoef je niet ver naar te zoeken: het plafond bevindt zich effectief net buiten het bereik en is een pak ‘onhandiger’ dan een muur. Een groot horizontaal vlak boven het hoofd, het leidt vaker tot uitstelgedrag. Ook al omdat de neiging bestaat om die muur ‘even snel’ aan te pakken zonder veel grote praktische ingrepen, terwijl je wél alles wil verhuizen, afdekken of afplakken wanneer je aan het plafond begint. Maar het gaat verder dan het praktische alleen: een plafond schilderen is ingrijpender. Het effect is groter, zeker wanneer je in kleuren denkt, en een foutje verstop je boven je hoofd niet zo makkelijk achter een of ander meubelstuk. 

Drempelvrees dus. Kleur- en keuzestress. Het zijn redenen om inderdaad je licht op te steken bij de professional, die je meteen een paar interessante dingen zal vertellen. O, en dat licht … ja, dat zit ook ergens op het plafond. Nog een reden om niet even snel de verfborstel boven te halen.

Verfkleuren op het plafond

Een wit plafond weerkaatst het licht in de ruimte. Een van nature eerder donkere kamer krijgt zo een meer open, heldere uitstraling. Wil je in een hoge kamer het plafond optisch dichterbij – lager, en dus gezelliger – laten lijken, ga dan voor een donkere verflaag boven je hoofd. Het hoeft geen zwart te zijn: donkerder dan de muren is voldoende voor dit effect. 

Het mag hier al duidelijk zijn: een plafond schilderen is zelden een kwestie van enkel en alleen het plafond verven. Het plafond is één element dat de energie in een ruimte beïnvloedt, niet het enige. Om een laag plafond hoger te maken, bespeel je de wisselwerking dus op de omgekeerde manier en kies je voor een donkerdere muur en een lichter plafond. 

Hou er bij die keuzes rekening mee dat een noordelijk gerichte kamer doorgaans koud licht binnenkrijgt. Kies je daar voor warme, zachte, gele tinten, dan geeft dat de ruimte een extra impuls. Waar het warmste, meest zomerse zonlicht invalt, mag je uitgaan van de andere keuze. Daar creëert een licht, koel grijs, groen of blauw op het plafond een ideaal evenwicht. 

Respecteer een paar zaken als je het plafond schildert

De zwaartekracht is iets om rekening mee te houden. Gordijnen, vensterbanken, meubels, verlichting, de vloer … alles wat zich lager dan het plafond bevindt, afdekken, verwijderen of afplakken is dus nooit een overbodige ingreep. En nee, het zal jou niet overkomen, en ja, je zal opletten … maar doe het toch maar. 

Het plafond zelf licht opschuren kan strepen helpen voorkomen. Vergeet de nodige herstelwerken niet, maak alles opnieuw stofvrij en gebruik natuurlijk een goede grondlaag of primer. Het helpt als je een soort mentale map in je hoofd kan houden, en uitgaat van vierkanten die je één voor één aanpakt. Besparen op de grondlaag levert zelden iets op, dus doe dat ook hier niet: breng desnoods een tweede grondlaag aan voor je verdergaat. Ondertussen zal je wellicht ook weten waarom Michelangelo tijdens het beschilderen van de Sixtijnse Kapel een stelling bouwde om op te liggen terwijl de verf langs zijn armen omlaag liep: een plafond schilderen belast je armen, nek en schouders. 

Begin met de randen en de hoeken, en doe die met de verfborstel. De verfroller komt daarna. Je kan vanaf dan een telescoopsteel gebruiken – een lange borstelsteel is ook een optie – om zonder trap of ladder het plafond te bereiken. 

Denk opnieuw in vierkanten van een meter op een meter en laat die telkens een stukje overlappen. Verdeel zeker voldoende verf en rol ze gelijkmatig uit. Strepen, vlekken en allerlei oneffenheden voorkom je door zoveel mogelijk bij natuurlijk daglicht te werken. Kijk naar het raam – zo kijk je bij natuurlijk invallend licht naar je werk – en begin daar. Werk zo vierkant per vierkant af. 

Ideaal droogt de verf niet te snel (verwarming uit!) en geeft dat je tijd om waar nodig nog een en ander bij te werken. Schilder het plafond in één keer. Gun het resultaat voldoende droogtijd en herhaal het schilderen met een tweede laag. En eventueel een derde. 

Hoe vaak schilder je een plafond?

Dit hangt af van wat je onder dat plafond allemaal doet. Roken, kaarsen laten branden, de occasionele fuif organiseren … een plafond is weliswaar minder contactgevoelig dan de muur en de vloer maar als je dan toch een ruimte (deels) aanpakt, is het misschien wel gewoon de gelegenheid om muren én plafond in één keer weer helemaal op punt te zetten?

Misschien heb je na het lezen van dit stuk vragen? Schildersbedrijf Pattyn staat je met raad en daad bij.

Contacteer ons vrijblijvend.

Pleisteren en schilderen: durf geduld hebben

Schilderen is de laatste stap vóór je van een afgewerkt en aantrekkelijk resultaat spreekt. Bij een stevige renovatie is het na de eerste stap – alles af- en uitbreken – wellicht ook het meest dankbare moment: de schilder krijgt de eer en het genoegen om alles netjes achter te laten en om te scoren. Al zijn er ook die elke doelkans vakkundig de nek omwringen. 

Vaak ligt het verschil tussen een fantastisch eindresultaat en ‘dit kon beter’ in kalmte en geduld. Goed, het vakmanschap en de technische kennis van de man of vrouw met de verfborstel bepaalt ook veel, maar lang genoeg wachten is in deze context een kunst. 

Waarom wachten met schilderen? 

Muren eindigen altijd ‘hard’. Het is zowat hun basiskenmerk. Los van de bakstenen en gipsplaten begint heel veel nochtans vloei- of smeerbaar. Als specie, pleister, beton, mortel, stucwerk – veel namen voor gelijk(w)aardige producten – nat, zacht en bijna lopend aangebracht worden en uiteindelijk hard eindigen, moet ergens tussenin een voldoende lange droogtijd zitten. 

Pleister – stucwerk dus – bestaat op het moment van aanbrengen voor 40% uit water. Dat water moet er op een paar procenten na helemaal uit. Het droogt dus. Zoiets vergt tijd. Hoeveel tijd? Daarover doen allerlei cijfers en formules de ronde: tot x aantal dagen per millimeter, gemiddeld, een restvochtgehalte van 2% 

Wanneer mag je schilderen na pleisterwerken?

De realiteit is dat de situatie bepaalt hoelang het duurt voor pleister- en stucwerk droog is. In veel gevallen mik je alle procenten en dagen best in de vuilbak. Regent het buiten al weken? Zijn er binnen oneffenheden weggewerkt? Dan is de pleisterlaag dikker. Het kan voor elk van de vier muren en het plafond in één en dezelfde ruimte al verschillen. Seizoenen, het weer, ventilatie, warmte, regen, ze spelen allemaal hun rol en één ding is altijd zeker: geduld is goed. 

Het stucwerk is de dragende laag. Hoe droger pleister is, hoe beter. Als je een dag langer kan wachten: doen. Natte verf op natte pleister is het recept voor allerlei ongewenste resultaten: afbladderende verf, kleurverschillen, pleister die nooit helemaal wordt zoals het hoort … Een aangebrachte verflaag maakt het verder verdampen van vocht uit het stucwerk bovendien een pak moeilijker, of zelf onmogelijk. ‘Maar er bestaat toch een schildertechniek …?’ Jazeker: verf direct op natte kalk aanbrengen, levert een fresco op. Kalk, geen pleister. Fresco’s zijn moeilijk, zonder correctiemogelijkheden en doorheen de geschiedenis enkel weggelegd voor de betere schilders onder de kunstenaars. Of de kunstenaars onder de schilders. 

Hoe weet je of pleister droog genoeg is om te schilderen?

Vraag het de professional. Een uitgeruste, professionele schilder beschikt over een vochtmeter en ervaring. Zo op het zicht kan je zelf wel een idee krijgen: een goede indicator is de kleur van het stucwerk. Net aangebrachte pleister is wit. Wanneer het water een weg naar buiten zoekt, wordt alles grijzer, want vochtiger. De witte kleur keert terug nadat het vocht verdampt. Een egale, witte kleur is dus een signaal van droog stucwerk … aan de oppervlakte. De onderliggende lagen zijn daarom nog niet klaar om geverfd te worden. Vandaar de vochtmeter.

Kan je stucwerk of pleister helpen drogen?

In een voldoende warme en tegelijk goed geventileerde ruimte verdampt vocht sneller. Ook dan blijft het zaak om aandachtig te zijn, de concrete situatie goed en correct in te schatten en rekening te houden met alle omstandigheden. De verwarming opzetten en dus kunstmatig een (te groot) handje toesteken, doe je sowieso beter niet. Je riskeert barsten in het stucwerk. De stukadoor of huisschilder vertelt je graag wat je wél kan doen. En inderdaad: stukadoor met -k, stucwerk met -c.

Wanneer kan je schilderen na een primer?

Drie dingen zijn belangrijk in de periode tussen stucwerk en schilderwerk: geduld, geduld en geduld. Zelfs als we het erover eens zijn dat het pleister- of stucwerk voldoende droog is, laten we de verfpot nog even dicht. Een extra primer of voorstrijkmiddel voorkomt dat het pleisterwerk alle verf opzuigt. Primer helpt ook om de verf sneller te laten drogen.

Het doet een nieuwe vraag rijzen: wanneer mag je na het aanbrengen van een primer starten met schilderen? Het antwoord is andermaal specifiek en we kunnen de vraag meteen ook stellen voor de volgende lagen: hoe lang wacht je tussen verflagen? Er bestaat solventgedragen verf en verf op waterbasis, ze worden in dikke of dunne lagen aangebracht, er is ventilatie of net niet, we hebben een primer gebruikt of niet … Stuk voor stuk bepalen die factoren wat de meest geschikte wachttijd is. Je wacht beter te lang dan te kort. Of je vraagt het even aan de professional.

De conclusie is duidelijk: durf geduld hebben. Schilderen is vakwerk. Net als pleisteren trouwens. Alles wat met kunde en kennis gerealiseerd wordt, vraagt tijd. Er is een essentieel verschil tussen zinvol wachten en tijd verliezen. Dat eerste zullen wij waar nodig adviseren, het laatste trachten we te vermijden. 

Contacteer een professional